De achterstand in honderden zedenzaken is totaal onacceptabel. Daders wanen zich onaantastbaar, omdat ze het zijn.
Een bandleider, een regisseur en twee juryleden konden jarenlang binnen en buiten The Voice hun gang gaan. De bandleider kreeg 1 aangifte en tientallen meldingen. De regisseur kreeg 1 aangifte en 15 meldingen. Ali Bouali kreeg twee aangiften waaronder verkrachting. Marco Borsato heeft al langer te maken met meerdere aangiftes, waaronder tieners. Dit is gigantisch en structureel.
Menig praatprogramma startte met de steniging van John de Mol. Hij wordt harder aangepakt dan deze vier smeerpijpen. Talkshows ontstegen het niveau “mannen slecht, vrouwen goed” niet vaak. Alsof alle mannen daders zijn. (denk aan Johnny Depp & Amber Heard of een Amerikaanse schooljuf). Alsof slachtoffers altijd vrouwen zijn, (denk aan Job Gosschalk en 37 verschillende acteurs).
Daarin is regelmatig verweten dat John de Mol dingen niet heeft gezegd, die hij letterlijk heeft gezegd. John de Mol startte met een mea culpa. Letterlijk uit het Latijn: “mijn schuld”, dat is ietsje meer dan alleen excuses. Daarna maakte hij duidelijk dat alles ook zijn verantwoordelijkheid is. Dat is een stap persoonlijker dan Willy van Berloo, die de verantwoordelijkheid bij daders legt.
John de Mol had een vrij duidelijke boodschap tegen daders: “Ben je ziek in je hoofd? … hoe haal je het in je hersens om dit te doen?” Dan ben je volgens mij vrij duidelijk dat de oorzaak bij daders zit, niet bij slachtoffers. Hij is agressief ingesteld tegen daders en wilde direct op jacht. Helaas zit je dan te veel in achteraf achtervolgen, in plaats van leed voorkomen, dat leerde John een dagje later.
John de Mol loopt daarna vast op een uitdaging die bestuurders en werkgevers hebben. Je krijgt een zedenaffaire in je schoot geworpen, je moet een positie innemen, maar je bent geen getuige en je bent geen rechter. Al verzuip je in bewijs, het is onjuist om te vonnissen wat wel of niet gebeurd is, maar het is ook onjuist om slachtoffers niet volledig te geloven. Er bestaat geen goed antwoord.
Ook de vraag of de bandleider macht had, is niet eenvoudig antwoord te geven. Vanuit de hiërarchie had hij geen macht, vanuit slachtoffers gezien kan de bandleider zich machtig voordoen en overkomen. John de Mol gaf die nuance meerdere keren aan, maar de aflevering van BOOS is dermate schokkend dat mensen alleen de eerste helft van dit antwoord verwerken.
John de Mol verzuchtte dat er toch van hem niet verwacht kon worden om een geheime dienst op te zetten van vijftig man. Toch is dat wat we in dit open riool binnen en buiten het televisiewereldje nodig hebben. We zien een privatisering van de rechtsstaat met beveiligers en privé-detectives, maar ook televisieprogramma’s die meer recherchewerk verzetten dan menig politiebureau.
Daarom zijn de woorden van de Minister van Justitie Dilan Yeşilgöz-Zegerius zo goedkoop, de soundbite op camera is prachtig, maar vindt niet haar echo in de rechtszaal. De pakkans is zo zielig, straffen zo zeldzaam dat de lengte niet meer uitmaakt. De achterstand in honderden zedenzaken is totaal onacceptabel. Daders wanen zich onaantastbaar, omdat ze het zijn.
De Rotterdamse gemeenteraad probeerde straatintimidatie strafbaar te stellen om vrouwen een veilig klimaat aan te bieden. Het Hof vond die bepaling in de APV niet rechtsgeldig, seksueel getinte opmerkingen vielen onder de vrijheid van meningsuiting. We willen graag problemen samen bij de bron aanpakken, maar het lukt totaal niet.
De documentaire Sekspolitie waar een zedenafdeling anderhalf jaar gevolgd werd, leidde niet tot een vervolging. De uitzending van BOOS heeft een aantal slachtoffers de kracht gegeven aangifte te doen. Ze zijn een helse weg ingeslagen, die meestal niet leidt tot een veroordeling. Soms wel tot een tegenaangifte. Het is logisch dat slachtoffers vaak liever in stilte lijden.
Voormalig D66 Minister van Justitie, Winnie Sorgdrager vond het in 1999 al een idee om de zedenpolitie af te schaffen. De politie mag best losse specialisten hebben, maar geen gespecialiseerde afdelingen. Hoe je dan kennis structureel overdraagt aan een nieuwe generatie, specialisten met elkaar laat sparren of ervoor zorgt dat zedenzaken opgelost worden is mij duister.
“Tijd om duidelijk en éénduidig te formuleren wat grensoverschrijdend gedrag is” Dit voorstel klinkt fantastisch, totdat je beseft dat ieder mens uniek is, met een eigen set grenzen, die ook nog eens regelmatig verlegd worden. We kunnen niet een of andere zelfbenoemde delegatie daarover laten beslissen, daar moet je dus openlijk over blijven communiceren. Consent is key.
Voor iedereen die denkt dat opvoeden ALLE delicten gaat voorkomen kan ik aanraden eens te kijken op een schoolplein, asielzoekerscentrum of winkelcentrum waar deze uitdaging begint. Dat er culturen bestaan die een ongesluierde vrouw zonder een broer, neef of oom als chaperonne als een gratis hoer beschouwen helpt niet. We moeten soms van heel ver komen.
Herinner eens wat er in een uitgaansgebied allemaal gebeurd, (ik weet het, twee jaar terug) en je begrijpt waarom de meeste vrouwen niet meer gingen stappen. Dat mannenoverschot in de kroeg en discotheek is de schuld van het deel van die mannen die zich niet konden gedragen. Ik schrijf kunnen, want daar zitten figuren tussen met een psychische beperking. Die horen niet buiten.
De Utrechtse serieverkrachter, die onder andere een zestienjarig meisje vastgebonden aan een boom achterliet, laten we binnen 16 jaar vrij. Gedwongen prostitutie is een foutieve term voor commerciële verkrachting op industriële schaal en daar hoort meer dan een paar jaar cel op. 10% doet aangifte. Robert Mikelsons koos slachtoffers die te jong waren om te praten.
De gedachte dat we dit probleem volledig kunnen uitbannen door mensen op te voeden is naïef. Je zult altijd smeerpijpen overhouden die zich crimineel misdragen. Daar moeten we niet alleen elkaar op aanspreken op wat we spontaan zien en steekproefsgewijs stevig op onderzoek gaan, maar ook meldingen vanuit slachtoffers zijn welkom. Die meldingen waardevol vinden is geen victim blaming.
Een rechtssysteem faalt op het moment dat het delict gepleegd wordt.
Bron:Geenstijl.nl